De groene beuk (Fagus sylvatica) wordt als haagplant gebruikt vanwege zijn schitterende bladeren met golvende randen. Wanneer bladeren van de groene beuk uitkomen, zijn ze eerst lichtgroen. Vervolgens worden ze donkergroen tot ze in de herfst bruin worden. In de winter blijven de bruine bladeren aan de plant zitten. Dit zorgt ervoor dat de Groene beuk, gezien wordt als bladhoudend in de winter. De beuk groeit redelijk snel (ongeveer 30-60 cm. per jaar). Daarom moet deze plant ieder jaar op laat in de zomer of in de vroege herfst worden gesnoeid. Op vruchtbare gronden is het aan te raden een beuk ook in de lente te snoeien, nadat de eerste uitlopers ongeveer 20 cm. lang zijn. De beuk houdt van een positie in de zon of halfschaduw.
Beuken groeien prima in winderige condities, maar wanneer de plant teveel blootgesteld wordt aan harde wind, is het mogelijk dat het blad van de beukenhaag in de winter afvalt in plaats van in het voorjaar. 

Groene beuken groeien goed op bijna iedere grondsoort, maar niet op zware klei of op erg natte plaatsen. Dan is Carpinus betulus (Nederlandse naam: Haagbeuk) een goede optie.

Ook is er nog een rode variant van de beuk, namelijk de Fagus sylvatica 'Atropurpurea'